— FAQ —

  1. Waar kan ik terecht indien ik toch nog bijkomende vragen heb?
    Voor bijkomende informatie kunt u steeds terecht bij Freija.Jongbloet@embuild.be of bel 0473/904.320


  2. Zijn er competentieprofielen voor de inspecteurs conditiemeting van gebouwen volgens NEN 2767?
    Er wordt een onderscheid gemaakt tussen bouwkundige inspecties en deze van technische installaties (HVAC, elektriciteit,...). Voor beide geldt het volgend basisprofiel: 
    - Grondige kennis van de methodiek NEN2767 volgens de versie die van toepassing is 1 jaar voor het afleggen van het examen
    - Grondige kennis van de werking van de te inspecteren bouwonderdelen
    - Vraag van een klant correct inschatten
    - Opdracht correct organiseren en kwalitatief uitvoeren
    - Inventaris opmaken van te inspecteren bouwdelen
    - Rapportering opstellen volgens de wensen van de klant
    - Procedure/proces rondom inspecties en opstellen en bewaken
    - Juiste inschattingen maken van ernst, omvang en vorderingsgraad van een bouwgebrek
    - Toepassen conditie- en risicoparameters ter bepaling van kwaliteitsniveaus volgens de NEN2767 als input voor het behoefteplan en (meerjaren) onderhoudsbegrotingen
     
    - Voor de inspecteur bouwkunde:
     Kennis van de pathologie van gebouwen: gebreken kunnen herkennen en inschatten
    - Voor de inspecteur technische installaties:
     Kennis van de te inspecteren technieken

    Beschikken over de nodige bevoegdheden om toegang te kunnen krijgen tot te inspecteren bouwdelen (bv. BA4 voor elektrische installaties)

  3. Waar kan ik controleren of mijn (kandidaat-)inspecteur effectief gecertificeerd is?Een lijst van de gecertificeerde inspecteurs is beschikbaar op de website van Vlisog. Bij twijfel kan er altijd contact genomen worden met Vlisog of BCCA.

  4. Blijft het certificaat geldig voor onbepaalde duur?

    Het Personencertificaat is maximaal vijf jaar geldig voor zover de gebouwinspecteur steeds voldoet aan de voorwaarden voor het behoud van het certificaat (zie vraag 5).

    Wanneer de gebouwinspecteur de werkzaamheden definitief staakt of de werkgever verlaat, dient de werkgever de certificatie-instelling binnen de maand schriftelijk te verwittigen. Het certificaat wordt onmiddellijk opgeschort.

    De gebouwinspecteur kan een nieuwe Geldigheidsverklaring bekomen voor de resterende tijd tot aan hernieuwing wanneer hij binnen het jaar:
          - Bij een nieuwe werkgever werkt waarmee een overeenkomst voor opvolging is            afgesloten;
          - Ofwel werkt als zelfstandige. In dit geval dient er een overeenkomst afgesloten            te worden tussen de zelfstandige gebouwinspecteur en de certificatie-instelling.

    Wanneer de gebouwinspecteur binnen het jaar geen nieuwe Geldigheidsverklaring voorlegt, wordt aangenomen dat hij niet meer werkzaam is als gebouwinspecteur en wordt het certificaat geschrapt.

  5. Voorwaarden voor het behoud van het certificaat.  

             Gedurende de geldigheidsperiode van het certificaat kan het certificaat behouden blijven op                  voorwaarde dat:

  • De gebouwinspecteur aantoont dat hij de werken waarvoor hij gecertificeerd is, regelmatig uitoefent. Dit kan hij doen door:

                 o Jaarlijks minimum 5 conditiemetingen te registreren in een databank dat hem ter                                      beschikking wordt gesteld door de certificatie-instelling (waarbij de registratie dient te                              gebeuren minstens 1 week vóór de effectieve uitvoering van de conditiemeting);

  • De gebouwinspecteur elk jaar 5 opleidingspunten behaalt. Dit kan hij behalen door:

                 o Het volgen van specifieke, erkende opleidingen (gegeven door competente                                            opleidingscentra) met betrekking op het werk van de gebouwinspecteur, zoals o.m.:

                           Opfrissing of verdieping over de norm NEN 2767 i.v.m. de meerjaren-                                                          onderhoudsplanning;

                              Pathologie van gebouwen en/of gebouwdelen;

                              Diagnosetechnieken;

                              Praktijk- of theorieopleidingen onderhoud van gebouwen; Bijlage 7.: Procedure voor                                het vergaren van opleidingspunten

  • De gebouwinspecteur kwaliteitsopvolging door de certificatie-instelling toelaat via steekproefsgewijze controle. De Gebouwinspecteur krijgt hiertoe toegang tot een databank, waarin hij voor elk door hem uitgevoerde inspectie onder het Personencertificaat een aantal gegevens dient op te nemen, zoals: adres van het pand, identificatie van de opdrachtgever, kenmerken van de opdracht (aard van het gebouw, oppervlakte, geïnspecteerde bouwdelen, kadastergegevens),...;
  • De gebouwinspecteur geen zware beroepsfouten maakt;

Kwaliteitsopvolging door de certificatie-instelling wordt uitgevoerd op minstens 1 (ad random geselecteerde gebouwinspectie) per 50 opgeladen gebouwinspecties, waarbij elke gebouwinspecteur minstens 1 controle per jaar krijgt. De controle gebeurt op basis van het opgevraagde rapport en eventueel a posteriori bevraging van de opdrachtgever van de conditiemeting. Er wordt geverifieerd of de ernstige gebreken effectief geconstateerd en correct ingeschat werden.

Bij ernstige klachten van de klant (opdracht gebrekkig uitgevoerd, ontbreken van adviezen,...) of bij het niet voldoen aan de vooropgestelde criteria wordt de volgende procedure voorzien:

  • Indien het gaat om een ernstige klacht wordt deze onderzocht door een competent persoon;
  • Er wordt een bijkomende controle uitgevoerd op een willekeurig project van de gecertificeerde gebouwinspecteur;
  • Indien de bijkomende controle ook een negatief resultaat heeft, volgt een bijsturing van de gecertificeerde gebouwinspecteur en een controle op de eerstvolgende opdracht. Indien deze ook negatief is, verliest de gecertificeerde gebouwinspecteur zijn personencertificaat.

6. Waarom werken met een gecertificeerde inspecteur? 

Het werken met een gecertificeerde inspecteur heeft verschillende voordelen. Zo is er een garantie op kwaliteit. De inspecteur heeft aantoonbare ervaring met zowel de norm NEN 2767 als met het inschatten van technische onvolkomenheden aan hetzij de gebouwschil, hetzij de technische installaties van gebouwen. Bovendien is er een controlesysteem. Jaarlijks worden een aantal inspecties geselecteerd en gecontroleerd door een ervaren specialist op basis van het opgevraagde rapport. De bevindingen van de inspecteur mogen daarbij niet meer dan 15% afwijken van die van de expert. Indien dit toch het geval is, worden er maatregelen genomen. Tot slot maakt het certificaat dat er bij betwistingen een procedure kan opgestart worden bij BCCA en Vlisog.